Offeren
en Discipline
in het perspectief van vrijheid
in het perspectief van vrijheid
Totale
vrijheid?
In de woongemeenschap waarin ik woon had iemand
een tekst op haar deur geschreven die begint met de woorden “totaal vrij zijn ”.
De rest van de tekst was door een passant al weer uitgeveegd dus ik weet niet
welke conclusies worden getrokken. Opmerkelijk was echter dat deze drie woorden
waren blijven staan dus blijkbaar heeft het begrip ‘totaal vrij zijn’ betekenis
voor de passant(e), vermoedelijk is het een uitdrukking van verlangen. Totale vrijheid is het streven van mystici en het heeft niets van doen met fysieke vrijheid. Je kunt de verlichte ziel opsluiten in een kerker, een dictatoriaal regiem of een gewelddadige omgeving toch ervaart deze nòg steeds vrijheid.
Totale vrijheid is een staat van de geest die voor de verlichte ziel blijvend bewaarheid wordt, deze staat valt slechts een enkeling ten deel. Het gevoel van totale vrijheid is voor de meeste mensen maar een flits. Vaker hebben ze te maken met een relatieve vrijheid. Je kunt je, op een bepaald gebied, min of meer vrij voelen maar dat kan het volgende moment, door wat voor emoties dan ook, weer worden ondergraven.
Doordenkend kom ik tot het besef dat de totale vrijheid, waar de mystici over spreken, vaak bevochten wordt met het offeren van egoische verleidingen en dat verlangt discipline. De egoische verleidingen projecteren zich, op de drempel van de bevrijding, nog al eens als imaginaire demonen. De Legende verteld dat de Heilige Antonius Abt (251-356) wordt bezocht door een demonische koningin die hem probeert te verleiden. Op het moment dat hij Jezus aanroept veranderd ze in een pikzwart varken…
Toch zijn ‘offeren’ en ‘discipline’ voor de moderne westerse mens, begrippen die niet meteen worden geassocieerd met vrijheid. Wanneer ik deze begrippen nader beschouw blijken ze juist het ultieme gereedschap tot bevrijding te zijn. Het gereedschap waarmee we ruim baan maken voor de realisatie van de wensen die leven onze ziel. Een leven dat gestalte krijgt vanuit de ziel schept ruimte waardoor we een vrijheid gaan ervaren die minder afhankelijk is van externe voorwaarden.
De Zwitserse psychiater Carl Gustav Jung spreekt in deze van individuatie: een proces waarin de mens de motieven van het ego leert relativeren ten gunste van zijn wezenlijke Zelf. Dit proces verlangt dus het offer van de egoische behoeften (die zich aan Antonius opdrongen als beelden, zoals het pikzwarte varken) die we met behulp van discipline kunnen transformeren.
Het
begrip ‘offeren’ nader beschouwd
Als je aan het begrip offeren denkt dan lijkt
het alsof we iets moeten prijs geven. Iets prijs geven laat zich in eerste
instantie ervaren als een verlies. We geven niet zo gemakkelijk iets prijs als
we niet zeker weten of we daar iets voor
terug krijgen. En ook al weten we met zekerheid dat we baat hebben bij een
offer dan nog kost het moeite om consequent te zijn. De student die een diploma
wil behalen zal zijn vrije tijd moeten offeren aan studeren wil hij straks zijn
studie succesvol afronden. Er zullen ongetwijfeld momenten zijn dat hij het offer niet kan volbrengen omdat er iets anders is dat lonkt. Dat ‘andere’ krijgt dan de status van een verleiding.
Wanneer we het offer betrekken op wensen van de ziel gaat het om het prijs geven van gedrag, of een mentaal patroon dat het volbrengen van onze wens vertraagt of zelfs (onbewust) saboteert.
Wanneer we de motivatie voor het gedrag, of mentale processen beschouwen waarmee we onze wens stagneren of saboteren, dan komen we altijd uit bij angst. Angst is zelden realistisch (tenzij we echt direct te maken hebben met een fysieke bedreiging zoals de aanval van een leeuw). Vaker is angst het product van denk concepten. Of zoals mijn moeder zei: “Een mens lijdt het meest door hetgeen wat hij vreest!”.
De angst voor de vervulling van onze zielsverlangen wordt treffend beschreven in een citaat van Marianne Williamson dat Nelson Mandela voorlas tijdens zijn inaugurale rede. Williamason stelt als wortel van deze angst:
“Onze diepste angst betreft juist onze niet te meten kracht. Niet de duisternis, maar het licht in ons is wat we het meeste vrezen.”
De vraag die hieruit volg is: Wat zou er gebeuren als we wel ons licht gaan leven?
Een ieder heeft zo haar eigen strategieën om die angst voor de verwerkelijking van ons Ware Zelf, het Licht in onszelf, op afstand te houden. Het vraagt nogal wat zelfbewustzijn om deze strategieën op het spoor te komen.
Allereerst moet je als een detective op zoek gaan naar de gedragingen en mentale concepten die je zielsverlangens verhullen.
We zijn vaak geneigd de omstandigheden de schuld te geven: “Geen tijd!” “Mijn werk.” “Geen geld” Als we deze argumenten eerlijk beschouwen zijn het vaak drogredenen. Het is beslist niet uitzonderlijk dat mensen (vaak onbewust) moeilijkheden creëren om niet toe te komen aan de verwerkelijking van hun diepste wensen.
De meeste mensen saboteren hun wens omdat ze diep down zichzelf niet de moeite waard vinden om het leven te leiden dat ze wensen. Onderschat niet hoezeer wij ondanks een zogenaamde geseculariseerde samenleving, nog steeds collectief geconditioneerd zijn tot het calvinistische geloof in schuld en boete! Het lijkt alsof we geloven dat een leuk leven slechts is weggelegd voor gelukvogels en zondagskinderen . Onbewust maken we ons zelf daarmee tot slachtoffers…tot pechvogels…
Offeren
baart winst!
Zoals ik eerder schreef beschouwen we een offer
vaak als een verlies. Toch blijkt bij
nader inzien dat een offer je op den duur winst brengt. Een voorbeeld: In juli volgde ik een training bij trainingscentrum Venwoude. Als hulp bij het proces van individuatie maken ze daar gebruik van emotioneel lichaamswerk. Na afloop van de training kregen we een cd mee met oefeningen waarmee iedere dag zo’n 40 minuten zijn gemoeid. Het advies van de trainster was om deze lichaamsoefeningen gemiddeld vijf dagen in de week te doen gedurende drie maanden, omdat je jezelf dan de gelegenheid geeft ze te laten beklijven. (We hebben drie maanden inoefening nodig om nieuw gedrag in ons systeem te integreren).
Mijn eerste reactie was “oef”. Tot dusver was ik niet zo’n beweger, liever zat ik met opgetrokken benen in een stoel om vanuit een boekje de wereld te beschouwen.
Toch wist ik dat beweging voor mij een manier is om werkelijk te aarden in het levende leven. Ik had in de training al ervaren dat de oefeningen mij meer vitaliteit brachten.
Ik besloot, zonder discussie met mijzelf, gewoon iedere dag de oefeningen te doen.
De drie maanden zijn bijna rond, en de oefeningen zijn even vanzelfsprekend geworden als tanden poetsen. Eigenlijk kost het mij nog nauwelijks discipline.
Het offer dat ik heb gebracht geldt ten diepste de angst om tasbaar aanwezig te zijn. Met opgetrokken benen verscholen in mijn luie stoel kan ik het leven nog beheersen en overzien. Maar fysieke aanwezigheid maakt me tot medespeler en laat ook meer mijn kwetsbaarheid voelen doordat ik me kan stoten aan het leven. De winst die het me echter oplevert is meer spontaniteit, vitaliteit en bovenal levensblijheid, waar ik bij nader inzien veel talent voor heb. Ook merk ik, dat door de oefeningen, mijn weerstand wordt beslecht om ook andere dingen in mijn leven aan te pakken, waar ik voordien tegen op zag.
Ik heb met deze ervaring de sleutel gevonden om het onbestemd gemis dat ik al jaren voelde in te lossen.
Het
begrip discipline nader beschouwd
Discipline lijkt een eigenschap die stevig is geworteld in
de landen die ooit gebukt gingen onder de zwaarte van de calvinistische moraal zoals gereflecteerd
in de volgende dictaten: “In het zweet des aanschijns zult gij uw
brood verdienen” immers “ledigheid is
des duivels oorkussen.” De generatie van ‘flower power’ heeft met deze moraal willen afrekenen om ruimte te maken voor persoonlijke vrijheid. Voor de ‘bloemenkinderen’ van weleer ging het om genieten en vooral het volgen van spontane impulsen. Vrijheid en discipline leken elkaar uit te sluiten…
Etymologisch komt het begrip discipline van het latijnse woord disciplina en dat betekent “leer of onderricht’. Het woord discipel, leerling is hier van afgeleid. Wanneer we het begrip discipline betrekken op onze zielenwens kun je zeggen dat je met het betrachten van discipline je een leerling bent die gehoor geeft aan de roep van je ziel. Door het offeren maken we ruimte waardoor we de roep van onze ziel horen en dit genereert een overweldigend gevoel van vrijheid en vreugde.
In het Christendom geldt de uitspraak: “Niet mijn wil geschiedde maar Uw wil geschiedde”. Vertaald in een ruimere spirituele context zou je ook kunnen zeggen: “Ik offer de wil van het ego ten gunste van de Grotere Wil.”
Dit offer vraagt bereidheid om te luisteren naar de intuïtie en de bereidheid de betekenis van synchronistische voorvallen te duiden. Dit discipelschap impliceert ook dat we soms stil moeten zijn of de pas in moeten houden om attent te kunnen zijn op de tekens van betekenis. Doorhollen alsof de duivel ons op de hielen zit, is vaak een symptoom van een neurose. Neurotisch gedrag is geworteld in angst.
De moeite die we hebben met deze offers komt omdat we in eerste instantie geconfronteerd worden met angst. Toch leveren deze offers ons op den duur veel meer vrijheid en vreugde. Het offer zet ons op het spoor van de realisatie van een leven dat we werkelijk wensen.
De
discipline die gehoorzaamheid betracht aan de wil van onze ziel is een andere vorm van discipline, dan de kadaver discipline, die extern wordt opgelegd en vaak juist tegen
de wens van onze ziel indruist. Dat is een discipline die onvrijheid schept en weerstand oproept. Het is een discipline
die geworteld is in angst omdat ze dicteert dat we door
permanente inspanning het leven moeten beheersen want anders…gebeuren er
rampen! Maar juist door deze krampachtige
discipline, die geen ruimte laat voor intuïtie en aandacht voor
synchronistische voorvallen, krijgen we allengs het gevoel dat we iets anders moeten zijn dan we
in wezen bedoeld zijn te zijn. Dit is
een vorm van discipline die gepaard gaat met stress en mensen de afgrond van
een burn-out in duwt omdat we ons Ware Zelf onderdrukken.
Een
mooi voorbeeld uit mijn eigen leven is de dramatische strijd die ik heb
geleverd met het temmen van mijn vetrollen. Vanaf mijn pubertijd heb ik gejojood
tussen meer dan vijftig kilo verschil in lichaamsgewicht. De discipline die ik
herhaaldelijk betrachtte om af te vallen was echter gebaseerd op zelfhaat.
Sinds een paar jaar groeide het besef dat
liefde voor mijzelf gestalte krijgt door op een aandachtsvolle wijze
voor mijzelf te zorgen. Dat betekende dat ik allengs, vanuit innerlijke
vrijheid!, koos voor gezondere
voeding. Ik kreeg er plezier in om lekker en gezond voor mijzelf te koken en
daarmee verdween de behoefte om me vol te proppen met lege calorieën. Op een
gestage wijze viel ik af zonder dat ik het idee heb dat ik mijzelf dwingend beperkingen
opleg.
Laats
sloeg ik een taartje af waarop ik het commentaar kreeg: “Je hoeft toch niet
meer zo streng te zijn? Je bent nu toch
slank!” Toen
realiseerde ik mij dat discipline, waarin het discipelschap betekenis heeft
gekregen, geen opgave is maar een moeiteloze keuze vanuit
vrijheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten