vrijdag 30 augustus 2013


Offeren en Discipline
in het perspectief van vrijheid

Totale vrijheid?
In de woongemeenschap waarin ik woon had iemand een tekst op haar deur geschreven die begint met de woorden “totaal vrij zijn ”. De rest van de tekst was door een passant al weer uitgeveegd dus ik weet niet welke conclusies worden getrokken. Opmerkelijk was echter dat deze drie woorden waren blijven staan dus blijkbaar heeft het begrip ‘totaal vrij zijn’ betekenis voor de passant(e), vermoedelijk is het een uitdrukking van verlangen.

Totale vrijheid is het streven van  mystici en het heeft niets van doen  met fysieke vrijheid. Je kunt de verlichte ziel opsluiten in een kerker, een dictatoriaal regiem of een gewelddadige omgeving  toch ervaart deze nòg steeds vrijheid.
Totale vrijheid is een staat van de geest die voor de verlichte ziel blijvend  bewaarheid wordt, deze staat valt slechts een enkeling ten deel. Het gevoel van totale vrijheid is voor de meeste mensen maar een flits. Vaker hebben ze te maken  met een relatieve vrijheid. Je kunt je, op een bepaald gebied,  min of meer vrij voelen  maar dat kan het volgende moment, door wat voor emoties dan ook, weer worden ondergraven.
 
 Doordenkend kom ik tot het besef dat de totale vrijheid, waar de mystici over spreken, vaak bevochten wordt met het offeren van egoische verleidingen en dat verlangt discipline. De  egoische verleidingen projecteren  zich, op de drempel van de bevrijding, nog al eens als imaginaire demonen. De Legende verteld dat de Heilige Antonius Abt (251-356)  wordt bezocht door een demonische koningin die hem probeert te verleiden. Op het moment dat hij Jezus aanroept veranderd ze in een pikzwart varken…
 Toch zijn ‘offeren’ en ‘discipline’ voor de moderne westerse mens, begrippen die niet meteen  worden geassocieerd  met vrijheid. Wanneer ik deze begrippen nader beschouw blijken ze juist het ultieme gereedschap tot bevrijding te zijn.  Het gereedschap waarmee we ruim baan maken  voor de realisatie van de wensen die leven onze ziel. Een leven dat gestalte krijgt vanuit de ziel schept ruimte waardoor we een  vrijheid gaan ervaren die minder afhankelijk is van externe voorwaarden.  
De Zwitserse psychiater Carl Gustav Jung spreekt in deze van individuatie: een proces waarin de mens de motieven van het ego leert relativeren ten gunste van zijn wezenlijke Zelf. Dit proces verlangt dus het offer van de egoische behoeften (die zich aan Antonius opdrongen als beelden, zoals het pikzwarte varken) die we met behulp van discipline kunnen transformeren.


Het begrip ‘offeren’ nader beschouwd
Als je aan het begrip offeren denkt dan lijkt het alsof we iets moeten prijs geven. Iets prijs geven laat zich in eerste instantie ervaren als een verlies. We geven niet zo gemakkelijk iets prijs als we niet zeker weten  of we daar iets voor terug krijgen. En ook al weten we met zekerheid dat we baat hebben bij een offer dan nog kost het moeite om consequent te zijn. De student die een diploma wil behalen zal zijn vrije tijd moeten offeren aan studeren wil hij straks zijn studie succesvol afronden.
Er zullen ongetwijfeld momenten zijn dat hij het offer niet kan volbrengen omdat er iets anders is dat lonkt. Dat ‘andere’ krijgt dan de status van een verleiding.
Wanneer we het offer betrekken op wensen van de ziel  gaat het om het prijs geven van gedrag, of een mentaal patroon dat het volbrengen van onze wens vertraagt of zelfs (onbewust) saboteert.
Wanneer we de motivatie voor het gedrag, of mentale processen beschouwen waarmee we onze wens stagneren of saboteren, dan komen we altijd uit bij angst.  Angst is zelden realistisch (tenzij we echt direct te maken hebben met een fysieke bedreiging zoals de aanval van een leeuw). Vaker is angst het product van denk concepten.  Of zoals mijn moeder  zei: “Een mens lijdt het meest door hetgeen wat hij vreest!”. 
 
De angst voor de vervulling van onze zielsverlangen  wordt treffend beschreven  in een citaat van Marianne Williamson dat Nelson Mandela voorlas tijdens zijn inaugurale rede. Williamason stelt als wortel van deze angst:

Onze diepste angst betreft juist onze niet te meten kracht. Niet de duisternis, maar het licht in ons is wat we het meeste vrezen.”

De vraag die hieruit volg is: Wat zou er  gebeuren als we wel ons licht gaan leven?
Een ieder heeft zo haar eigen strategieën om die angst voor de verwerkelijking van ons Ware Zelf, het Licht in onszelf, op afstand te houden. Het vraagt nogal wat zelfbewustzijn om deze strategieën op het spoor te komen.   
Allereerst moet je als een detective op zoek gaan naar de gedragingen en mentale concepten die je zielsverlangens verhullen.
 We zijn vaak geneigd de omstandigheden de schuld te geven: “Geen tijd!” “Mijn werk.” “Geen geld” Als we deze argumenten eerlijk beschouwen zijn het vaak drogredenen. Het is beslist niet uitzonderlijk dat mensen (vaak onbewust) moeilijkheden creëren om niet toe te komen aan de verwerkelijking van hun diepste wensen.
De meeste mensen  saboteren hun wens  omdat ze diep down zichzelf  niet de moeite waard vinden om het leven te leiden dat ze wensen. Onderschat niet hoezeer wij ondanks een zogenaamde geseculariseerde samenleving, nog steeds collectief geconditioneerd zijn tot het calvinistische geloof in schuld en boete! Het lijkt alsof we geloven dat een leuk leven slechts  is weggelegd  voor gelukvogels en zondagskinderen . Onbewust maken we ons zelf daarmee tot slachtoffers…tot pechvogels…


Offeren baart winst!
Zoals ik eerder schreef beschouwen we een offer vaak als een verlies. Toch blijkt  bij nader inzien dat een offer je op den duur winst brengt.
Een voorbeeld: In juli volgde ik een training bij trainingscentrum Venwoude. Als hulp bij het proces van individuatie maken ze daar  gebruik van emotioneel lichaamswerk. Na afloop van de training kregen we een cd mee met oefeningen waarmee iedere dag  zo’n 40 minuten zijn gemoeid.  Het advies van de trainster was om deze lichaamsoefeningen gemiddeld vijf dagen in de week te doen  gedurende  drie maanden, omdat je jezelf dan de gelegenheid geeft ze te laten beklijven. (We hebben drie maanden inoefening nodig om nieuw gedrag in ons systeem te integreren).
  
Mijn  eerste reactie was “oef”.  Tot dusver was ik niet zo’n beweger, liever zat ik met opgetrokken benen in een stoel  om vanuit een boekje de wereld te beschouwen.  
Toch wist ik dat beweging voor mij een manier is om werkelijk te aarden in het levende leven.  Ik had in de training al ervaren dat de oefeningen mij meer vitaliteit brachten.  
Ik besloot, zonder discussie met mijzelf, gewoon iedere dag de oefeningen te doen.
De drie maanden zijn bijna rond, en de oefeningen zijn even vanzelfsprekend geworden als tanden poetsen. Eigenlijk kost het mij nog nauwelijks discipline.
Het offer dat ik heb gebracht geldt ten diepste de angst om  tasbaar aanwezig te zijn. Met opgetrokken benen verscholen in mijn luie stoel kan ik het leven nog beheersen en overzien. Maar fysieke aanwezigheid maakt me tot medespeler en laat ook meer mijn kwetsbaarheid voelen doordat  ik me kan stoten aan het leven.  De winst die het me echter  oplevert is  meer spontaniteit, vitaliteit  en bovenal  levensblijheid, waar ik bij nader inzien veel talent voor heb. Ook merk ik, dat door de oefeningen,  mijn  weerstand  wordt beslecht om ook andere dingen in mijn leven aan te pakken, waar ik voordien tegen op zag.  
Ik heb met deze ervaring de sleutel gevonden om het  onbestemd gemis dat ik al jaren voelde in te lossen. 

 
Het begrip discipline nader beschouwd
Discipline lijkt een eigenschap die stevig is geworteld in de landen die ooit gebukt gingen onder de zwaarte van  de calvinistische moraal zoals gereflecteerd in de volgende dictaten:  In het zweet des aanschijns zult gij uw brood verdienen” immers “ledigheid is des duivels oorkussen.”
De generatie van ‘flower power’ heeft  met deze moraal willen afrekenen om  ruimte te maken voor  persoonlijke vrijheid.  Voor de ‘bloemenkinderen’ van weleer  ging het om genieten en vooral het volgen van spontane impulsen.   Vrijheid en discipline leken elkaar uit te sluiten…

Etymologisch komt het begrip discipline van het latijnse woord disciplina en dat betekent “leer of onderricht’. Het woord discipel, leerling is hier van afgeleid.  Wanneer we het begrip discipline betrekken op onze zielenwens kun je zeggen dat je met het betrachten van discipline je een leerling bent die gehoor geeft aan de roep van je ziel. Door het offeren maken we ruimte waardoor we de roep van onze ziel  horen en dit genereert  een overweldigend gevoel van vrijheid en vreugde.

In het Christendom geldt de uitspraak: “Niet mijn wil geschiedde maar Uw wil geschiedde”. Vertaald in een ruimere spirituele context zou je ook kunnen zeggen: “Ik offer de wil van het ego ten gunste van de Grotere Wil.”  
Dit offer vraagt  bereidheid  om te luisteren naar de intuïtie en  de bereidheid de betekenis van synchronistische voorvallen te duiden.  Dit discipelschap impliceert  ook dat we soms stil moeten zijn of  de pas in moeten houden om attent te kunnen zijn op de tekens van betekenis.  Doorhollen alsof de duivel ons op de hielen zit, is vaak een symptoom van een neurose. Neurotisch gedrag is geworteld in angst.  
De moeite die we hebben met deze offers komt omdat we in eerste instantie geconfronteerd worden met  angst.  Toch leveren deze  offers  ons op den duur veel meer vrijheid en vreugde. Het offer zet ons op het spoor van de realisatie van een leven dat we werkelijk wensen.

 De discipline die  gehoorzaamheid  betracht aan de wil van onze ziel  is een andere vorm van discipline,  dan de kadaver discipline,  die extern wordt opgelegd en vaak juist tegen de wens van onze ziel indruist. Dat is een discipline die onvrijheid schept  en weerstand oproept. Het is een discipline die geworteld is in angst omdat ze  dicteert dat we door permanente inspanning het leven moeten beheersen want anders…gebeuren er rampen!  Maar juist door deze  krampachtige discipline, die geen ruimte laat voor intuïtie en aandacht voor synchronistische voorvallen, krijgen we allengs het  gevoel dat we iets anders moeten zijn dan we in wezen bedoeld zijn te zijn.  Dit is een vorm van discipline die gepaard gaat met stress en mensen de afgrond van een burn-out in duwt omdat we ons Ware Zelf onderdrukken.
Een mooi voorbeeld uit mijn eigen leven is de dramatische strijd die ik heb geleverd  met het temmen van mijn  vetrollen. Vanaf mijn pubertijd heb ik gejojood tussen meer dan vijftig kilo verschil in lichaamsgewicht. De discipline die ik herhaaldelijk betrachtte om af te vallen was echter gebaseerd op zelfhaat. Sinds een paar jaar groeide het besef dat  liefde voor mijzelf gestalte krijgt door op een aandachtsvolle wijze voor mijzelf te zorgen. Dat betekende dat ik allengs, vanuit innerlijke vrijheid!,  koos voor gezondere voeding. Ik kreeg er plezier in om lekker en gezond voor mijzelf te koken en daarmee verdween de behoefte om me vol te proppen met lege calorieën. Op een gestage wijze viel ik af zonder dat ik het idee heb dat ik mijzelf dwingend beperkingen opleg.
Laats sloeg ik een taartje af waarop ik het commentaar kreeg: “Je hoeft toch niet meer zo streng te zijn?  Je bent nu toch slank!”  Toen realiseerde ik mij dat discipline, waarin het discipelschap betekenis heeft gekregen,  geen opgave is  maar een moeiteloze keuze vanuit vrijheid. 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten