Hondengeluk…
Met meewarigheid sloeg ik tot nog geen jaar geleden de
hondenbaasjes gade die met enige mate van dweperigheid, overgoten met een saus
van sentiment , de capriolen van hun vier voeter moesten memoreren. Zoals te pas en te onpas op verjaardagen
gebeurde maar ook bij lunches op het werk of bij de nazit van een vergadering.
Op Face Book spotte ik de “hondensentimantalisten”
omdat ze om de haverklap weer zo’n
schattig of hilarisch hondenfilmpje moeten posten, waarvan ik ging geeuwen. Hadden
ze dan niets diepzinnigers te melden…?
Woog al die opgetogenheid
op tegen de offers? Vroeg ik me af. Zoals bij nacht en ontij je bed uit moeten om dan ook
nog eens met regen en tegenwind naar
buiten te gaan om je huisdier uit te laten. Verruïneerde bankstellen, de poep
soppend snachts tussen je tenen als je “lieveling” een ongelukje heeft gehad in
huis. En dan te denken aan een loops teefje die buiten gevolgd wordt door
hitsige reuen leek me al helemaal een gruwel. Ook denk ik aan de vriendin die tijdens een
gezellige lunch na een uur zenuwachtig op haar horloge kijkt omdat ze naar haar
hond toe moet. Is ze eindelijk uit de kleine kinderen en gescheiden van een controlerende dwingende
echtgenoot teneinde zich vrij te voelen, dan neemt ze een hond om zich
vervolgens te laten terroriseren door de
behoefte van zo’n beest. Onbegrijpelijk vond ik dat.
Nooit meer spontaan uit eten of op vakantie omdat je geen
geschikte oppas hebt voor je pseudo kind. Het romantische beeld van het zwerven
met je hond langs beemden en weiden werd
voor mij toch ook overschaduwd voor de angst van vervelende
confrontaties met andere heeele Grote fanatieke honden en hun evenzo fanatieke baasjes. En
dan nog maar niet te spreken van torenhoge rekeningen omdat hond ziek wordt en
tenslotte toch ook te maken krijgt met allerlei lekkende ouderdomskwaaltjes die toch ook de
nodige zorg en valuta verlangt. En dan moet je ook nog zo’n beestje consequent
opvoeden: “Zit!” “Af!” “Zoek!” “Lig!” “Links…rechts!” Niets voor mij! Toen mijn jongste dochter 13 was kreeg ik
ongezouten de feedback op mijn opvoeding: “Mam, je bent een hele leuke
creatieve moeder maar opvoeden kan je niet!”
En inderdaad regels die ik stelde werden spontaan weer ingewisseld voor
anderen die ik zelf dan na een uurtje weer was vergeten. Een hond
zou een loopje met mij nemen en mij tenslotte tot de laagste rang in de roedel degraderen. Kortom: Hondenbezitters waren voor mij eigenlijk een beetje zielig omdat ze
vrijwillig zich opofferde voor iets waar ik nauwelijks de lol van in kon zien.
Maar dan toch… sluipt het fenomeen hond toch stiekempjes,
in de loop van de jaren, mijn bewustzijn-
en tenslotte real a life mijn leven
binnen. In een visualisatie
zag ik mijzelf als schrijfster en jawel daar lag doodgemoedereerd een
trouwe hond aan mijn voeten en ik vond het toch een heel aantrekkelijk beeld. Ook
worden mijn dromen al minstens tien jaar, bij regelmaat,
doorkruist door een glanzende zwarte hond en als ik dan in de diepte van haar
donker ogen kijk tuimel ik in de eeuwigheid.
Het zijn slechts dromen die ik eerder
symbolisch beschouw dan als hint dat ik mijn leven moet uitbreiden met zo’n
kwispelaar.
Wanneer ik bij de eerder genoemde vriendin thuis kom legt haar hond haar kop in mijn schoot m ben ik toch enigszins gecharmeerd. “Dat doet ze
nooit!” is de reactie van mijn vriendin. “Je hebt goeie fibes!” Ik betrap
mijzelf erop dat ik al minstens een half uur zachtjes de vacht van de hond aan het strelen ben. “Daar wordt ik nu helemaal rustig van!” zeg ik.
Mijn vriendin verklaard dat door aaien het gelukshormoon oxytoxine
wordt geactiveerd, dat is een
hormoon die zorgt dat je meer ontspant en zelfs de bloeddruk kan laten dalen.
Mmmm…misschien…toch?
Mijn geliefde verhaalt regelmatig over Lotje, een border
collie, waarvan hij zich acht jaar het baasje mocht noemen, en toen ging ze
toch nog onverwachts dood. In zijn
verhalen krijgt Lotje de rol van een heldin die qua intelligentie en
vaardigheden niet is te evenaren.
Eigenlijk vind ik zijn verhalen te mooi, te romantisch om waar te zijn.
Ze verhalen deden me aan de televisie hond Lassie denken. Maar werkelijke huis
tuin en keuken honden kunnen toch niet tippen aan die voorbeeldige televisie
honden, die waarschijnlijk achter de schermen ook niet zo ideaal zijn?
Intussen mijmerde mijn lief er nogal eens over dat als hij strakjes gepensioneerd zou
zijn “dan…wie weet…misschien…nou ja, we zien wel… “
En inderdaad we zien wel, want toen hij eenmaal zijn
pensioen had ging hij niet naarstig op zoek naar een puppy, eerder hield hij de
boot af. Zelfs toen zijn dochter als nadrukkelijke hint hem een hondenkluif
voor zijn verjaardag gaf, was er geen respons.
En dan betrap ik me erop dat ik het jammer vindt dat zijn reactie
uitblijft. Vervolgens wuif ik mijn ‘’jammer’’
haastig weg met alle bovenstaande bezwaren.
Toch laat het fenomeen hond zich
niet meer in de coulissen van mijn bewustzijn terug dringen. Op onverwachtse
momenten zie ik mijzelf toch aan het strand waarbij ik een stok de ruimte in
gooi gevolgd door een dartel springend beest. Ik begroet in mijn fantasie de
frisse ochtend dauw in gezelschap van
een hond. Uiteindelijk ben ik het die als in een opwelling een puppysite
bekijkt en bij wijze van test zeg: Zal ik bellen voor een afspraak!” En mijn
lief zegt: “Ja bel maar!” De afspraak wordt gemaakt en vervolgens heb ik een slapeloze nacht, waarbij de genoemde
bezwaren deze nacht in haar meest dramatische vorm de revue
passeren. Tegen de tijd dat het licht
wordt maakt de angst plaats voor een zekere opgetogenheid. Wanneer de mand in
de kamer staat en het eerste speeltje is gekocht voelt het als de laatste dagen
van de zwangerschap. Nog twee dagen wachten lijkt te lang voor de komst van
Tara. De naam Tara welt spontaan op in mijn gedachten, gevolgd door het besef
dat het de naam is van een Godin is uit het Tibetaans boeddhistisch pantheon
die veel goeds symboliseert.
En dan eindelijk is het zover als het laatste teefje uit
het nest mijn armen wordt gelegd. Kwetsbaar en bibberig nestelt ze zich tegen
mij aan waarbij alle bezwaren onmiddellijk in rook opgaan. Wat overblijft zijn
latente moeder gevoelens en mijn lief grapt met de vraag of de melk al
toeschiet. Op weg naar haar huis informeer ik, vanachter het stuur iedere vijf minuten, hoe “onze” Tara het maakt.
Intussen zijn we zeven maanden verder en Tara heeft een
stevige plaats in ons leven genesteld. Wanneer ik een week van huis ben heb ik
heimwee naar Tara, dat zich vooral laat voelen als ik ergens een hond zie
lopen. Ik moet de hondenbezitter dan onmiddellijk fotos laten zien van mijn
kwispelkind thuis. En als ik haar eindelijk
weer zie wordt mijn blijdschap nog eens opgezweept door haar enthousiasme. Dat
enthousiasme is er ook als ik maar tien minuten ben weg geweest voor een
boodschap. Ik heb nog geen mensen
gezien, hoe dol ze ook op elkaar zijn, die zonder het voorbehoud waarmee
honden elkaar begroeten, elkaar gedag zeggen. De drie luchtige zoenen in de
lucht zijn een aanfluting vergeleken bij dit enthousiasme. Nu wens ik het ook weer niet om door andere
mensen zo begroet te worden want door
een enthousiaste haal van Tara met haar tong over mijn gezicht, zit de verse lipstick
in mijn wenkbrauwen.
Het fenomeen honden uitlaten geeft toegang tot een apart sociaal
leven met een eigen dynamiek. Wandelend door het park voer ik hele uiteenlopende
gesprekken met de hondenbezitters. Tips worden uitgewisseld en er zijn vrolijke
initiatieven: Zoals iedere avond om
22.15 verzamelen een aantal hondenbezitters zich om dan een rondje om het
veldje te lopen en tot slot worden alle 6 hondjes gecommandeerd om op de
stoeprand te zitten en dan een voor een afgeroepen om een “voertje” te halen,
en dat levert soms hilarische taferelen op. Een vrolijk slaapmutsje. Tara heeft ook zo haar vriendjes en
vriendinnetjes, ik noem Kaya, Jacky, Storm en Grote Bo. Met een ieder heeft ze een eigen relatie. En er zijn er ook bij die ze niet moet en dan ontwijkt.
De reis naar Bali hebben we inmiddels geofferd aan een natuurhuisje ergens in
Nederland. Ik kan het echt nog niet over mijn hart verkrijgen om Tara bij een
pension te stallen. Maar mijn geluk floreert, en ik meen ook dat van Tara
als ze met gedreven fanatisme zich in de tuin van het vakantiehuisje een weg graaft naar Tasmanië. We gaan ook minder uit eten. Hoewel Tara voorbeeldig zindelijk is moest ik vorige week toch poep ruimen als gevolg van een virus. Maar ik doe het
met liefde en ik ben opgelucht als weer een beetje haar eetlust terug komt. Ze
maakt er soms ook een klerenbende van en als ik niet oplet vindt ik de schone
was terug in haar mand. Ze is dol op mijn splinternieuwe slippers van bijna 100,-
euro die ik elke keer weer nèt kan redden van een aanval van haar penetrerende
tandjes.
Eigenlijk zijn
mensen zonder hond wel een beetje zielig omdat ze dit honden geluk moeten
ontberen…. Maar ik denk dat ze niet
weten wat ze missen.