zaterdag 5 juli 2014


Zeg maar ja tegen het leven!

“Zeg maar ja tegen 't leven, ja tegen 't leven

Van je Amen en je Gloria joechee

Zeg maar ja tegen 't leven, ja tegen 't leven

Anders zegt 'r 't leven nog nee”

 

In 1963 lanceerde  Wim Sonneveld het personage van Frater Venantius uit Schin op Geul .  Bij ons thuis is de LP, met deze legendarische conference, grijs gedraaid. Ik zong het  refrein (zie boven)  naar hartenlust mee. Ik kon er mee scoren want het was vermakelijk dat een acht jarige in onvervalst Limburgs,  inclusief de zachte g, Venantius imiteerde. 

Intussen zijn we vijftig jaar verder en ik begin nu pas te beseffen hoeveel waarheid schuilt in dit lichtvoetige refrein.  Ja zeggen tegen het leven behelst voor mij  bereidheid om de taken die aan mij  worden gesteld met overgave te aanvaarden. Het antwoord op deze bereidheid is voldoening en het resultaat is louter geluk. Het is alsof het leven mij dan op haar beurt een ruimhartig “Ja” toebedeeld.
Wanneer de bereidheid  tot een taak ontbreekt, als gevolg van  weerstand, verloopt de taak  moeizaam.  Die keren  dat ik bijvoorbeeld weinig  zin heb om  te koken smaken de gerechten ook maar matig.  Vooral met koken moet ik er met hart en ziel bij zijn, zo niet dan mis ik  de fijngevoeligheid  waarmee ik de kruiden en haar hoeveelheden kies. Dit doet me denken aan die keer dat ik mensen op het eten zou krijgen waar ik bij nader inzien geen zin in had, maar het ontbrak mij aan  moed om ze af te bellen.  De kook-expeditie werd een drama: de zak meel scheurde en veranderde mijn keuken in een ommezien in een winterlandschap. Voor het zoutbusje  had ik de verkeerde opening gekozen en in onoplettendheid liet ik ook nog de spruitjes aanbranden.   
Een ander voorbeeld:  In een goede bui  beloofde ik spontaan de feestjurk voor de verjaardag van een buurmeisje te naaien. Het aanbod was ik al weer vergeten tot ik twee dagen voor ‘de dag’ door haar moeder daaraan werd herinnerd. Met een zucht zette ik me achter het naaimachine. Ik presteerde het om eerst de mouw achterstevoren in de jurk te zetten en toen ik deze moeizaam had losgetornd zette ik de mouw  vervolgens ondersteboven in het armsgat.  Het leven lijkt op zo’n moment niet bijzonder mee te werken, maar de clou van het verhaal is dat ik in de beginne zelf ook niet de volledige bereidheid  had om mij aan deze taak te wijden.  Wanneer ik nee zeg beantwoord het leven blijkbaar ook met een onverbiddelijk nee.
 
Mijn weerstand tegen een taak wordt vaak ook beantwoord met weerstand door de mensen die ik bij een taak nodig heb: ze hebben geen tijd, zijn dingen vergeten en reageren ronduit geïrriteerd als ik iets aan ze vraag.  Ook  de benodigde apparatuur laat het in deze omstandigheden nogal eens afweten of ze doet  niet precies wat ik wil. Ik denk aan de plotselinge eigenzinnigheid van pc programma’s of kopieermachines waarvan het papier vast loopt of zelfs de inkt op is. In zo’n situatie mis ik dan ook de bereidheid en daardoor het geduld, om het op te lossen. Het resultaat is stress, boosheid  en tenslotte een redeloos zelfbeklag: de wereld is tegen mij!
 Hoe anders is het als ik volledig Ja zeg tegen een taak.  Plotseling bieden zich mensen aan die  een handje willen helpen.  De benodigde attributen hoef ik niet moeizaam te verzamelen: ik heb bijvoorbeeld nèt dat randje of kantje in huis waarmee ik het beoogde  kledingstuk kan opleuken. Bij de voorbereiding van een gespreksgroep sla ik een willekeurig boek open en vind  de perfecte tekst, het juiste plaatje en een passend lied. Het enthousiasme vat vlam en de taak wordt tot een gepassioneerde aangelegenheid. Het is alsof ik gelijk een trein deze eerst in beweging moet zetten  (het zgn Ja zeggen) maar als de trein eenmaal rijdt  gaat het als vanzelf: de taak ontwikkeld zich moeiteloos en het resultaat is origineler dan ik had bedacht.   Het resultaat wordt zelfs ondergeschikt aan het plezier en de voldoening die ik beleef aan het volbrengen van de taak.  Mocht er onverhoopt toch iets tegenzitten dan bezit ik de veerkracht om door  logisch nadenken een oplossing te vinden die vaak ook nog voor de hand ligt. 

Terwijl ik notie  begon te krijgen van deze dynamiek, die in het refrein van Venantius is vervat, stuitte ik op het sprankelende maar vooral praktische boek van de zenmonnik Paul Loomans.  In zijn boek: Ik heb de tijd – een handleiding in Tijdsurfen  legt hij in zeven aanwijzingen uit hoe je met je taken in verhouding tot de tijd,  kunt omgaan. Stap 2: “Sta stil bij wat je doet en aanvaard de handeling” refereert   hier de aanvaarding aan het Ja zeggen tegen de taak.
Het stil staan, voor je aan de taak  begint, helpt om er  een commitment mee  te sluiten.  Nog voor je aan de taak begint visualiseer je het verloop. Als je in de visualisatie  contact maakt met de weerstand  wordt deze  al transparanter. De mens lijdt immers het meeste door wat hij vreest, maar bij nader inzien blijkt het gevreesde vaak irreëel. Ik heb dat bijvoorbeeld ervaren met klussen waarmee geld is gemoeid. Wanneer ik aan  zo'n geld klus dacht signaleerde ik  een nerveuze  angstige spanning.  Ik had de neiging om deze taken uit te stellen hetgeen mij nog al eens boetes heeft gekost  en zelfs een keer het bezoek van een deurwaarder opleverde.
Sinds een half  jaar voer ik een gemeenschappelijk huishouden met mijn geliefde. Bewust heb ik de taak op mij genomen om maandelijks ons gezamenlijk huishoudboekje bij te houden teneinde de uitgaven van een ieder weer te vereffenen. Door toch deze taak te aanvaarden - waarbij ik weerstand moest beslechten -kom ik tot de conclusie dat ik het leuk vindt en zelfs heel goed instaat ben een administratie te voeren.  Ik moet het beeld, dat ik van mijzelf had bijstellen. Het geeft  alleen al vreugde  en vrijheid dat ik deze overwinning op mijzelf heb behaald.

 Des al niet te min zijn er ook nog taken, hoezeer ik er ook Ja tegen zeg, ze toch niet vlottend verlopen. In dat geval is het is niet het juiste moment omdat iets anders in mij beslist voorrang moet hebben. Ik kan mijzelf bijvoorbeeld allerlei verplichtende opdrachten geven om mijn gevoel van ontevredenheid te compenseren door het idee dat ik nuttig bezig moet zijn. In zo’n situatie sta ik mijzelf  niet toe om gehoor te geven aan de creatieve impuls die al dagen om aandacht zeurt.  
Ook kan de motivatie voor een taak niet kloppend zijn.   In het bovenstaande voorbeeld waarbij ik beloofd had een jurkje te naaien, kwam de belofte ook voort uit de behoefte aan bevestiging. Vaker heb ik mijzelf opdrachten zien beloven in de hoop applaus te krijgen.  Heel vaak hield  de belofte dan toch niet gestand omdat  de motivatie niet door mijn wezenlijke Zelf werd gedragen. 
 Ja zeggen  tegen het leven, verlangt dus ook nogal wat Zelfbewustzijn, maar het is een bewustzijn dat je alleen kunt ontwikkelen door de ervaring. Wanneer ik in een hoekje blijf zitten omdat ik te weifelachtig ben  of te  selectief  om wat dan ook maar aan te pakken, zet ik het leven vast  omdat ik geen input meer krijg door ervaringen. Het zijn juist de ervaringen die de leveranciers zijn van geluk. Hiermee is gezegd dat je geluk voor een groot deel  kunt regisseren omdat ze de vrucht is  van het onvoorwaardelijke Ja zeggen tegen het leven.  Daarom zeg ik met vreugde:   "ja ja ja …  van je Amen en je Gloria joechee...!"

 Noot:  Een behulpzame gidst om Ja te zeggen tegen het leven is “Ik heb de tijd – een handleiding in Tijdsurfen”  van Paul Loomans. Uitgeverij: Ankh Hermes. ISBN: 9789020209013  (zie ook: www.ikhebdetijd.nl)

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten