zaterdag 4 oktober 2014




Dierendag

Jaloers op een kikker...




In het kader van mijn werk als geestelijk verzorger in de ouderenzorg, leid ik een gespreksgroep. Het is niet eenvoudig een thema en een vorm te vinden die past bij het niveau  en de interesses van alle deelnemers.  De een heeft te maken met cognitieve beperkingen als gevolg van Alzheimer, een ander kan nauwelijks nog spreken (afasie) door een herseninfarct maar begrijpt wèl wat ik zeg.  De volgende heeft te maken met louter lichamelijk letsel maar  is  als voormalig  docente wijsbegeerte gewend om op een hoog abstractie niveau te denken en te communiceren.

Als opmaat naar dierendag, 4 oktober, heb ik de gespreksgroep het thema gegeven: “De betekenis van dieren” . Als inleiding vertel ik over de  Heilige Franciscus van Assisi die inspirator is geworden voor de werelddierendag. 
Franciscus had een animistische levensbeschouwing, dat wil zeggen dat hij niet alleen de mens bezag als een bezield wezen maar ook de natuur zoals planten, bomen, dieren en de kosmologische fenomenen zoals zon en maan beschouwde als bezielde entiteiten.  In zijn beroemde Zonnelied  benoemd hij de zon, de maan en de vier elementen: lucht, aarde, water en vuur als zijn broeders en zusters. De mens, aldus Franciscus, staat daardoor in een intieme relatie met de wereld. Wanneer we vanuit onze ziel spreken zijn we instaat om met mens, boom, plant  of dier te communiceren.  De legende verhaald dat Franciscus, in Het dal van Spoleto, tot de vogels sprak.

Ik vertel als inleiding dat het in feite niet anders is met de oorspronkelijke bewoners van Noord Amerika, de Indianen. Ook zei zagen alle aspecten in de natuur als hun relaties. Wanneer ze iets van die natuur wilde gebruiken om te eten of te verwerken tot een gebruiksvoorwerp,  werd om toestemming gevraagd.

Als werkvorm laat ik de deelnemers blind een medicijnkaart * trekken. Op iedere kaart staat een dier afgebeeld, die we in navolging van de Indianen, kunnen beschouwen als een totem. Aan zo’n dier wordt  een eigen gedragspatronen toegedicht, waarin we helende boodschappen kunnen ontdekken.
Ik  vind het in eerste instantie zinvoller om de deelnemers zelf met associaties te laten komen, dan de beschrijving te geven die in het bijbehorende boekje staat.  De eigen associaties verwijzen vaak naar (verborgen) eigenschappen  of verlangens die we in het dier projecteren. Wanneer bijvoorbeeld  twee mensen  bij een zelfde dier associaties beschrijven  hoeven ze niet perse dezelfde eigenschappen  te benoemen. Het is vaak verassend hoe ze middels de beschrijving een typering geven van zichzelf.

Een meneer beschrijft de buffel, vanwege zijn afasie staccato, in spaarzame woorden: “Samen, gaan! kracht,  machtig” Bij het woordje “gaan” maakt hij met zijn hand een beweging waaruit ik begrijp dat hij de beweging van de kudde buffels wil duiden. Natuurlijk toets ik of ik hem goed heb begrepen. Ik vraag hem of hij iemand is die tijd nodig heeft om voor iets warm te lopen maar als hij overtuigd is er dan ook helemaal voor gaat?  Als bevestiging steekt hij enthousiast zijn duim op. Hij onderstreept de bevestiging nog eens door naar de afbeelding van de buffel te wijzen en dan naar zichzelf.   

Zijn buurman heeft een kikker getrokken. Hij lijkt niet blij met de kaart. “Koud!” zegt hij met een zekere minachting en dan trekt hij zijn neus op. Ik vraag naar nog meer betekenissen, maar ik krijg geen antwoord. Wezenloos blijft hij naar de kaart kijken. Ik vraag me af of mijn vraag niet te abstract is, ik weet dat hij Alzheimer heeft en niet alles direct begrijpt. In de eerste fasen van dementie beseft men vaak wel degelijk dat men de wereld niet helemaal meer kan ordenen.  Een vraag waarop men geen antwoord weet  kan dan confronterend zijn.  Ik besluit niet op het antwoord te wachten omdat de wachtende stilte  hier pijnlijk wordt.  Ik probeer hem op zijn gemak te stellen door te zeggen dat we straks samen met kikker in gesprek gaan. Ik krijg geen respons.

Een mevrouw zegt bij de kaart van de dolfijn “Lief!” terwijl ze met een hand strelend over de afbeelding gaat.  Ze is geroerd en ik laat even de stilte die dan volgt.  
Plotseling steekt  de man van de kikker  zijn hand omhoog. Met een zekere jubbel in zijn stem zegt hij:  “Ik ben jaloers op de kikker!” Verwachtingsvol kijken we allemaal zijn kant op. “Ik wou dat ik net als de kikker zulke lange benen had dan zou ik over alle moeilijkheden heen springen!”
Wanneer ik na afloop de medicijnkaarten weer wil verzamelen, houdt hij de kaart met de kikker  stevig tegen zijn borst. “Deze is van mij!”    
*”Medicijnkaarten – dieren als symbool van helende kracht” Jamie Sams& David Carson. Altamira Becht.      ISBN: 90 230 0784 0




Geen opmerkingen:

Een reactie posten